Begeleiding bij sporten kan onder Wmo vallen
Begeleiding bij het sporten kan onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) vallen, blijkt uit een recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Sport is een maatschappelijke activiteit en ‘participatie’, zoals bedoeld in de Wmo. Tevens bevestigt de Centrale Raad nog een keer dat mantelzorg altijd vrijwillig is en niet afgedwongen kan worden.

Het standpunt van sommige gemeenten dat sportbeoefening een ‘eigen keuze’ is en daarom niet onder de Wmo zou vallen, is met deze uitspraak van de hoogste bestuursrechter onhoudbaar geworden.



Per persoon bekijken
Belangrijk in deze zaak is dat de Raad het beoefenen van sport als ‘maatschappelijke activiteit’ kwalificeert en daarmee onder het begrip ‘participatie’ in de zin van de Wmo komt te vallen. Dit betekent dat iemand die vanwege een beperking of chronische ziekte begeleiding of ondersteuning nodig heeft bij het beoefenen van sport, een beroep kan doen op een maatwerkvoorziening via de gemeente.

Wel moet altijd per individuele situatie worden beoordeeld of aan alle overige vereisten voor een maatwerkvoorziening wordt voldaan. Bij die beoordeling mag worden bekeken of de aanvrager ook een andere sport kan kiezen waar geen begeleiding bij nodig is. Ook mag worden bekeken of de begeleiding bij het sporten via mantelzorg, het sociaal netwerk of vrijwilligers kan worden geboden. Zo ook in deze zaak.

Vrijwillige hulp
De aanvrager in deze zaak heeft vanwege een lichamelijke beperking begeleiding nodig bij het bestijgen van haar paard. De Raad oordeelt dat deze begeleiding een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo kan zijn. De aanvrager kon echter niet aantonen dat de begeleiding niet ook geboden kon worden door een vrijwilliger of iemand van de manege. Daardoor kwam de begeleiding in deze zaak niet in aanmerking voor een maatwerkvoorziening, maar dat neemt niet weg dat het onder andere omstandigheden wel tot een Wmo-maatwerkvoorziening had kunnen leiden.



Mantelzorg is vrijwillig, niet iets anders
In dezelfde uitspraak bevestigt de Centrale Raad ook eerdere uitspraken dat mantelzorg alleen aan de orde is als sprake is van vrijwilligheid. De gemeente kan alleen rekening houden met de aanwezigheid van mantelzorg als sprake is van vrijwilligheid.

Als mensen binnen het sociale netwerk niet vrijwillig zorg of ondersteuning willen leveren, maar daarvoor een betaling verlangen, dan zal de gemeente hiervoor een voorziening moeten treffen. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb).
In deze zaak ging de gemeente ervan uit dat de begeleiding door de ouders als mantelzorg kon worden bestempeld, waardoor het pgb werd ingetrokken. Ouders hadden echter te kennen gegeven de begeleiding niet zonder betaling te willen doen. Dan is er geen sprake meer van vrijwilligheid en dus ook niet van mantelzorg. De gemeente zal in zo’n situatie toch over de brug moeten komen.